HANDEN
Nee, het waren geen dameshandjes,
die ik zag bij die oude boerin;
Geen nageltjes voor vijl of lak,
maar “werkers”voor ’t gezin!
Nooit speelden ze op een piano,
nooit hebben ze ’n auto bestuurd,
Maar wel heel veel koeien gemolken.
En heel veel klompen geschuurd.
Zeven kinderen hebben ze verzorgd.
En dagelijks hun bedje gespreid.
Ontelbare gaten in sokken gestopt.
En ontzettend veel gebreid.
Veel garven hebben ze gebonden,
in bloedhete zonnebrand;
Spinazie gezaaid en bonen gepoot.
En onkruid gewied op het land.
Veel kommen vol koffie geschonken.
En ook veel broden gesmeerd.
Die handen van Moeder!
Ze stonden voor geen enkele arbeid verkeerd.
Die zorgende handen; ze hadden
van vroeg tot heel laat wat te doen.
Lagen enkel stil als Moeder bad
zoals Moeders voor kinderen doen.
Ze hebben in tedere streling
Getroost zo menig verdriet,
Die handen – die handen van Moeder,
En ’n medaille kregen zij niet.
HUISVROUW
